Top-downbenadering maakt van uitbreiding Artislach uitdagende puzzel

In Buggenhout is het industrieel kippenslachthuis Artislach opnieuw aan uitbreiding toe. Om toch op de zo goed als volgebouwde bestaande site te kunnen blijven, is letterlijk een ‘top-downbenadering’ nodig.

Artislach is opgericht in 1964 en onder leiding van de familie Van den Steen uitgegroeid tot een belangrijke speler in de voedingssector. Om verdere groei mogelijk te maken, was meer productieruimte nodig. De bestaande gebouwen nemen echter al bijna de volledige grondoppervlakte van de site in beslag. Omdat de vergunning voor die locatie geldt én om tijdens de werken verder te kunnen blijven produceren, werd ervoor gekozen om in de hoogte uit te breiden.

 

Artislach

 

Top-down

Het principe is eenvoudig. Bovenop een deel van de huidige gebouwen wordt een nieuwe constructie geplaatst die volledig los staat van de bestaande draagstructuren. Niet enkel rondom de gebouwen werden nieuwe funderingen en kolommen geplaatst, maar ook er midden in, dwars door het dak.

Bovenop de betonnen kolommen wordt een stalen vakwerkstructuur geplaatst. Op de bovenkant ervan komt het dak. Onderaan die structuur worden – zwevend boven het dak van het bestaande gebouw – prefab betongewelven als vloer (op +1) geplaatst. Die worden daarna afgewerkt met een druklaag en met een hellende afwerkingschape die vloeistoffen afleidt naar de afvoerleidingen.

Wanneer die nieuwe productiehal op +1 volledig gerealiseerd is, kan ze in gebruik worden genomen, en kan het oude gebouw eronder helemaal worden afgebroken. Daardoor ontstaat er plaats om ook op de gelijkvloerse verdieping nieuwe ruimtes te realiseren.

Het voordeel van deze werkwijze is niet enkel dat er extra werkruimte wordt gecreëerd, maar ook dat die op hygiënisch vlak aan de meest recente standaarden voldoet.

 

Artislach

 

Complexe (deel)plannen en extra opvolging

Een aantal elementen maken van de stabiliteitsstudie een behoorlijke uitdaging. Ten eerste werd het project in verschillende bouwfases opgesplitst omdat de productie op de gelijkvloerse verdieping operationeel moest kunnen blijven. Normaal berekenen we de stabiliteit van een gebouw – en de impact van windbelasting daarop – op het geheel. Hier kon dat dus niet, omdat bijvoorbeeld bepaalde wanden die moeten aansluiten bij al gerealiseerde nieuwe wanden pas later in het project worden geplaatst. Dit zorgde voor complexe berekeningen.

De funderingen voor de nieuwe bovenbouw komen ook rond en middenin bestaande gebouwen. Om de zware lasten te kunnen dragen, moesten we naast, tussen en zelfs door bestaande funderingen werken. Om de funderingsputten te kunnen graven, moesten we ook rekening houden met diverse leidingen – en zelfs een NATO-pijpleiding – in de ondergrond.

Al deze zaken zorgden ervoor dat we veel meer dan in een ‘gewoon’ project op de werf aanwezig waren, om zeker te zijn dat bestaande structuren stabiel genoeg waren en om telkens kort op de bal te kunnen spelen.

Ten slotte bleek ook het plaatsen van de (prefab) kolommen niet evident. De hijskraan kon niet dicht genoeg staan om de lange en zware kolommen veilig over de bestaande productie te tillen. Daarom werden de kolommen in twee gesplitst zodat het gewicht gereduceerd werd.

 

Al doende bijsturen

Niet alleen voor de bouwpartners, maar ook voor de bouwheer zelf was ‘voortschrijdend inzicht’ cruciaal in dit project. Zo was bij het begin nog niet helemaal duidelijk welke installaties en technieken er in de productiehal zouden komen. Verschillende mogelijke scenario’s vroegen telkens om nieuwe stabiliteitsberekeningen. Op dit moment – einde zomer – zijn de ruwbouwwerken klaar en worden de technieken effectief geplaatst. Daarbij verifiëren wij of de gebouwde draagstructuur de voorziene lasten kan dragen, of dat er eventueel al aanpassingen moeten gebeuren.

 

Bouwpartners:

 

Artislach