Quatuor-torens zijn nieuwe blikvanger langs Brusselse stadsring

Op de hoek van de Boudewijnlaan en de Koning Albert II-laan in Brussel is het project Quatuor een nieuwe blikvanger geworden. Drukke ondergrondse activiteit naast de site, hoge windbelasting en grote overspanningen opvangen en een flexibele verticale invulling van de twee hoogste torens waren bepalend voor onze stabiliteitsoplossingen. 

 

Quatuor vervangt het voormalige Boudewijngebouw dat in 1989 werd gebouwd en tot midden 2017 kantoren van de Vlaamse overheid huisvestte. Het voormalige toegangsgebouw op de hoek kreeg door het schuinaflopend dak de bijnaam ‘De Schans’. Vanaf mei 2018 werd alle boven- en ondergrondse bebouwing gesloopt.

In de plaats kwamen 4 torengebouwen op een gemeenschappelijke sokkel van 2 ondergrondse en 4 bovengrondse bouwlagen. De hoogte varieert van 7 bouwlagen (28 meter) bij toren A tot 19 bouwlagen (74 meter) bij toren D. De totale oppervlakte bedraagt 80.000 m2, waarvan ongeveer driekwart bovengronds (voornamelijk kantoren) en één kwart ondergronds (parkeerplaatsen en technische lokalen).

 

Grondankers verplicht verwijderen

Ondergronds werden de bestaande keerwanden behouden. De betonnen voorzetwand was te sterk gecarbonateerd en werd deels afgeschoten dmv hydrodemolitie waarna ze opnieuw afgewerkt werd met een nieuwe voorzetwand. Doordat de bestaande kelder verdiept werd, dienden de keerwanden (damplankenwand) voorzien te worden van trekankers, moesten ondergrondse trekankers worden geplaatst. Normaal blijven die achter in de grond, maar voor dit project verplichtte de Brusselse overheid de bouwheer om ze toch te verwijderen. Daarom werden speciale demonteerbare ankers gebruikt waarvan de stalen stangen achteraf konden worden verwijderd uit het beton.

 

Boogvorm met landhoofden

De kelder onder het voormalige inkomgebouw werd uitgegraven van niveau -1 naar -2, om voldoende ruimte te hebben voor de technieken. De bestaande damplankenwand was hier onvoldoende diep uitgevoerd om deze extra uitgraving te kunnen realiseren. Daarom werd die damplankenwand versterkt met een nieuwe wand opgebouwd uit jetgroutkolommen. Door de hoge druk van de groutinjectie wordt daardoor het beton ónder de damplanken breder.

De kelder volgde op die plaats de boogvorm van het voormalige inkomgebouw. Met de Rogiertunnel, een metrolijn en hoofdrioleringen naast de bouwsite, konden hier echter geen trekankers worden geplaatst. Daarom creëerde BESIX een jetgroutwand in boogvorm, met op elk uiteinde een betonnen landhoofd om de spatkracht van de boog op te vangen.

 

Diameter 71 cm

Terwijl de twee laagste torens op een vloerplaat van 80 tot 100 cm dik op volle grond zijn gefundeerd, werden voor de twee hoogste torens palen gebruikt. Met 30 meter lengte en een diameter van 71 cm zijn die vrij uitzonderlijk. Er werd gekozen voor grondverdringende schroefpalen die bij de plaatsing weinig geluidshinder en trillingen met zich meebrengen, en dus bijzonder geschikt zijn voor een werf in de binnenstad.

Onder zowat de hele oppervlakte van de site zit een BEO-veld. Er was heel wat coördinatie nodig om de positie van de funderingspalen te bepalen tussen de boringen voor de geothermie.

 

Sneller storten met klimkist

Bovengronds hebben de torens een vrij eenvoudige structuur. De trap- en liftkernen zorgen voor de algemene stabiliteit, terwijl de rest van de ruimtes op kolommen rust. Om de torens sneller te kunnen optrekken, werd voor de bouw van de trap- en liftkernen een klimkist gebruikt. Door een andere samenstelling kon het beton sneller uitharden en dat proces werd met ingestorte sondes ook permanent gemonitord. Daardoor kon men vóór het moment van volledige uitharding al aan een volgend niveau beginnen. Het voordeel? Per 10 kalenderdagen werd 1 volledig niveau gestort (kernen + vloeren), wat bijzonder snel is.

 

Staal in kolommen – nagespannen vloerplaten

Door de hoogte van de torens is de neerwaartse belasting uiteraard groot. Bovendien werd op elk gebouw een installatie voorzien die rondom rond automatisch de ramen wast. Dit zorgt – net als de stalen luifel vol PV-panelen op de hoogste toren – voor extra belasting. Toch wilde de bouwheer de diameter van de kolommen in de ruimtes beperkt houden, en ze tegelijk op voldoende afstand van elkaar – tot 9 meter – plaatsen om een flexibele indeling mogelijk te maken. Daarom beslisten we om bij een aantal kolommen stalen profielen mee in te storten zodat we de diameter konden beperken tot 65 cm. Dit vroeg uiteraard extra detaillering in het ontwerp.

Ook op ons voorstel werden de vloerplaten uitgevoerd in nagespannen beton. In de wapening worden strengen aangebracht die na het storten en voldoende uitharden van het beton worden aangespannen. Zo konden we de grote overspanningen overbruggen met een plaat van 24 in plaats van 30 cm dikte.

 

Duplexen mogelijk maken

Tijdens het ontwerpproces kwam de architect van de gebruiker van de hoogste toren op het idee om hier en daar een vloerplaat kleiner te maken zodat een duplex over twee verdiepingen zou ontstaan. De bouwheer bleek voor dit idee gewonnen, en wilde dit ook in toren C mogelijk maken, weliswaar met de optie om de opening tussen de twee verdiepingen later ook opnieuw te kunnen afsluiten wanneer er een andere huurder zou komen. Daarom maakten we een flexibel ontwerp waarbij die opening makkelijk kan worden dichtgemaakt met poutrellen en een houten roostervloer. Het is bovendien ook mogelijk – afhankelijk van de wensen van de bouwheer en/of de huurder – om daar terug beton te storten.

Tenslotte ontwierpen we ook een passende draaitrap voor deze duplexen, net als voor de vide op de gelijkvloerse verdieping van gebouw C.

 

Bouwpartners:

  • Befimmo – bouwheer
  • Bopro - projectmanagement
  • Jasper Eyers Architects – architect
  • Besix – algemene aannemer
  • VK Architects & Engineers – studiebureau technieken
  • Bureau De Fonseca – studiebureau akoestiek
  • Establis  – studiebureau stabiliteit

quatuor

quatuor

quatuor

quatuor

quatuor